Chroom

Chroom of chromium, is nodig voor een goede werking van insuline en voor het handhaven van het bloedsuikergehalte. Chroom wordt ook wel de glucosetolerantiefactor (GTF) genoemd. Daarnaast speelt het ook een rol bij de vetstofwisseling. Er zijn aanwijzingen dat extra chroom in de vorm van supplementen gunstig zijn voor het bloedsuikergehalte en insuline afgifte. Dit is nog niet bewezen en zou alleen gelden voor patiënten met diabetes type 2.

Waar zit chroom in?

Graanproducten met een hoog gehalte aan zemelen bevatten veel chroom. Het is niet duidelijk of chroom uit deze producten ook goed opgenomen kan worden. Verder komt chroom vooral voor in biergist, volkorenbrood, groente, rietsuikermelasse, vlees en lever. Vlees, gevogelte, en vis bevatten per portie tussen de 1- 2 mcg chroom. Het gehalte aan chroom in groente en fruit is zeer wisselend.

Hoeveel chroom heb ik nodig?

In Nederland en in de Europese Unie is geen ADH voor chroom opgesteld. In de Verenigde Staten wordt 25 mcg per dag aanbevolen voor volwassen vrouwen en 35 mcg per dag voor volwassen mannen. Er zijn aanwijzingen dat supplementen met chroom een gunstig effect kunnen hebben op het bloedsuikergehalte en op de insuline-afgifte bij patiënten met diabetes type 2

Welke factoren beïnvloeden de opname van chroom?

Vitamine C verbetert de absorptie van chroom.

Wat is veilig?

Er zijn geen nadelige effecten bekend van een te hoge inname van chroom. De veilige bovengrens die wordt aangegeven is 250 mcg per dag.

Wat zijn de gevolgen van een teveel aan chroom?

Er zijn geen nadelige effecten bekend van een te hoge inname van chroom.

Wat zijn de gevolgen van een tekort aan chroom?

Voor zover bekend komt een tekort aan chroom niet voor in Nederland. Maar bij ernstige ondervoeding kan een tekort optreden. Dit kan leiden tot een verhoogde glucoseconcentratie in het bloed, tot verhoogde cholesterolwaarden in het bloed en gewichtsverlies.