Vitamine E

Vitamine E is een vetoplosbare vitamine. Vitamine E werkt als antioxidant en beschermt zo de cellen, bloedvaten, organen, ogen en weefsel. Vitamine E speelt ook een rol bij het regelen van de stofwisseling in de cel.

Waar zit vitamine E in?

Vitamine E komt voor in plantaardige oliën zoals zonnebloemolie, halvarine, margarine en in plantaardige producten zoals granen, noten, zaden, groenten en fruit. Dierlijke producten bevatten relatief weinig vitamine E.

Hoeveel vitamine E heb ik nodig?

Voor vitamine E is door de Gezondheidsraad een adequate inname bepaald die richting geeft aan de hoeveel je dagelijks zou moeten eten. Deze hoeveelheid moet je niet gebruiken als streefwaarde, maar geeft richting aan hoeveel je nodig hebt. De Gezondheidsraad geeft namelijk aan dat onderbouwing voor de hoeveelheid die je zou moeten eten zwak is. Dat betekent dat er weinig onderzoek beschikbaar is, of dat er geen wetenschappelijke overeenstemming bestaat over de manier waarop de waarde tot stand komt.

Wat is veilig?

De maximale veilige dosis van vitamine E is, door de Gezondheidsraad, vastgesteld op 300 mg per dag, dit is ongeveer 25 x de ADH. Deze hoeveelheid komt overeen met 4,5 kilogram noten.

Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine E?

Ernstige verschijnselen als gevolg van een vitamine E-tekort zijn zeer zeldzaam en komen bijna alleen voor als gevolg van een ernstige stoornis in de opname van voedingsstoffen. In een onderzoek hiernaar werden zelfs na vijf jaar geen effecten aangetoond. Eventuele symptomen van een vitamine E-gebrek zijn bloedarmoede en schade aan de hersenen (hersenverweking). Bij kinderen die te vroeg geboren zijn, is de opname van vitamine E in de darm nog zeer beperkt doordat de spijsvertering nog niet goed werkt. Deze te lage opname van vitamine E kan bloedarmoede, oedeem en verhoging van het aantal bloedplaatjes tot gevolg hebben.

Wat zijn de gevolgen van een teveel aan vitamine E?

In theorie zal een teveel aan vitamine E een stapeling in verschillende weefsels veroorzaken en hierdoor kan het de processen in die weefsels nadelig beïnvloeden. In de praktijk zijn er tot nu toe echter geen nadelige effecten bekend.