Vitamine K

Vitamine K, een vetoplosbare vitamine, is belangrijk voor de bloedstolling, maar ook voor de botstofwisseling. Pasgeboren baby’s (tot en met drie maanden) krijgen extra vitamine K om (hersen)bloedingen te voorkomen. Zij hebben van de moeder geen vitamine K-voorraad meegekregen en kunnen het zelf nog niet voldoende aanmaken.

Waar zit het in?

Vitamine K wordt voor een deel door de bacteriën in de (dikke) darm gemaakt, vanaf een leeftijd van ongeveer drie maanden. Deze hoeveelheden zijn in de meeste gevallen niet voldoende, zodat aanvulling vanuit de voeding noodzakelijk is. Vitamine K is onder te verdelen in vitamine K1 (phylloquinon) en verschillende vormen van vitamine K2 (menaquinonen). Groene bladgroenten bevatten veel vitamine K1. Daarnaast zit vitamine K1 in plantaardige oliën en in kleinere hoeveelheden in fruit, zuivel en brood. Vitamine K2 halen we met name uit kaas, ei, kip, vlees en melkproducten. Supplementen kunnen zowel vitamine K1 als K2 bevatten.

Hoeveel heb ik nodig?

De Gezondheidsraad geeft alleen een advies voor vitamine K1. Hiervoor is geen ADH vastgesteld, maar een Adequate Inname (AI). Voor volwassenen bedraagt de adequate inname 70 mcg per dag.

Wat is veilig?

Het is niet bekend of veel vitamine K schadelijk is. In de praktijk komt een teveel van deze vitamine niet voor. Mensen die bloedverdunners of antistollingsmiddelen gebruiken, moeten wel oppassen met vitamine K-pillen met meer dan 100 mcg vitamine K. Dit kan de werking van het antistollingsmiddel verminderen.

Wat zijn de gevolgen van een teveel aan vitamine K?

Er zijn geen nadelige effecten bekend van een hoge inname van vitamine K uit de voeding of in de vorm van supplementen. In de praktijk komt een teveel aan vitamine K niet voor.

Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine K?

Een tekort aan vitamine K leidt tot een vertraagde bloedstolling en kan bloedingen tot gevolg hebben. Een vitamine K-tekort is zeldzaam en komt voornamelijk voor bij pasgeboren baby’s, mensen met een ernstige opnamestoornis en patiënten die langdurig antibiotica hebben geslikt. Antibiotica kunnen de darmbacteriën die vitamine K aanmaken namelijk vernietigen. Pasgeboren baby’s hebben altijd een vitamine K-tekort, omdat deze vitamine de placenta niet kan passeren. Daarom krijgen baby’s na de geboorte altijd 1 mg vitamine K toegediend. Kinderen die borstvoeding krijgen, hebben daarnaast tot en met de derde maand dagelijks 150 mcg extra vitamine K nodig.